Wijzen uit het oosten

Wie heeft niet in een kinderbijbel gelezen over de drie wijzen Balthasar, Melchior en Caspar die Jezus kwamen aanbidden? Op illustraties worden zij als een blanke, een zwarte en een andere man afgebeeld, daarmee implicerend dat ze uit Europa, Afrika en Azië kwamen. Deze dingen zijn niet terug te vinden in de Bijbel maar vormen een onderdeel van de westerse kerkelijke traditie. Dit geldt ook voor het feest van Driekoningen, dat in het westen op 6 januari gevierd wordt.

Het verhaal van het bezoek van de wijzen is alleen in het evangelie van Mattheüs te vinden. Wat kunnen we daaruit over deze mannen achterhalen?

Mattheüs 2:1 ‘wijzen uit het oosten kwamen in Jeruzalem aan.’

Mattheüs 2:11 ‘zij brachten Hem geschenken: goud en wierook en mirre.’

De wijzen kwamen dus uit het oosten, het gebied waar Abraham al zijn kinderen heen had gestuurd, op Izak na. Ten tijde van Jezus’ geboorte woonden daar alleen de nakomelingen van Ismaël, die inmiddels Arabieren genoemd werden.

Deze Arabieren brachten producten die allemaal uit zuid-Arabië kwamen, uit het huidige Jemen en Oman.

Nu voorspelde Jesaja dat de rijkdommen van Midian en Efa, van Sjeba en van Nebajoth en Kedar naar Jeruzalem gebracht zouden worden (Jesaja 60: 6 en 7). Hij noemde specifiek schapen, rammen en kamelen en goud en wierook. Deze laatste twee worden letterlijk genoemd in Mattheüs, terwijl de kamelen typische rijkdommen van de Arabieren zijn.

In die tijd liep er een handelsroute vanuit Sjeba naar het noorden, dwars door het gebied van Kedar en Nebajoth. Zo was het mogelijk voor de nakomelingen van deze twee zonen van Ismaël om hun dieren te verkopen en goud, wierook en mirre aan te schaffen.

Dit betekent dat in het bezoek van de wijzen inderdaad een vervulling van Jesaja 60 te zien is.

Voor een uitgebreide studie, klik op Studie Wijzen

Share this...