Hoe werd je vroeger een Jood?

Toen God Abraham opriep om zijn geboorteland en familie te verlaten, gaf Hij hem een geweldige belofte: ‘Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken; en in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden’ (Genesis 12:3).

Jaren later, na de geboorte van Ismaël, sloot God een verbond met Abraham en beloofde hem tot talrijke volken te maken (Genesis 17:2,5-6). God stelde als voorwaarde dat iedereen van het mannelijk geslacht besneden moest worden.

Toen de Israëlieten uit Egypte trokken, ging er een grote groep mensen van allerlei herkomst met hen mee (Exodus 12:38). De vreemdeling die mee wilde doen met het Pascha feest, moest besneden worden. Daarna werd hij tot ingezetene van het land gerekend (Exodus 12:48).

Tijdens hun verblijf in de woestijn kregen de Israëlieten alle wetten die ze nodig hadden om als volk in harmonie met elkaar te leven en alle voorschriften hoe God te aanbidden. Deze golden allemaal ook voor de vreemdeling die Israëliet geworden was (Numeri 15:15-16).

Ten tijde van het Oude Testament was de besnijdenis dus de belangrijkste voorwaarde voor anderen om bij het volk Israël te gaan horen.

Ook wie vandaag de dag een Jood wil worden moet besneden worden. Als de man al besneden is, dan wordt een speciaal ritueel uitgevoerd, genaamd hatafat dam brit. Hierbij wordt een druppel bloed gebruikt om de besnijdenis symbolisch uit te voeren.*

* Bronnen: http://www.joodsleven.nl/Encyclopedie/BritMila/Brit-mila.htm   http://www.beingjewish.com/conversion/becomingjewish.html

Share this...